donderdag 28 maart 2013

wondere natuur!

Kinderen van de tweede graad zijn enorm gefascineerd door de natuur in al haar schoonheid, in al haar gedaantes, maar ook in alles wat er zich in de natuur voordoet. Deze week leerden we aan de hand van filmpjes, uitleg van de juf en uit boeken over enkele natuurfenomenen. Na de uitleg en het opzoekingswerk kregen de kinderen de kans om hun fenomeen uit te leggen aan hun klasgenoten. Vervolgens was er een korte kwis.
Ik vond jullie inzet om meer te weten top!

Manu geeft uitleg aan juf over de watervallen. Hij knutselde een waterval.
Wist je dat de Niagarawatervallen in Zuid-Afrika liggen?

Lima legt de laatste hand aan het Braziliaanse tropische regenwoud. Thuis typte ze een non-fictietekst over het regenwoud.
Wist je dat de Amazone een rivier is die door het regenwoud van Braziliƫ loopt?

Michiel legt uit hoe een vulkaan werkt door de weet-tekst voor te lezen.
Wist je dat een vulkaan en een geiser veel gelijkenissen tonen?

Francisco deed opzoekingswerk rond aardbevingen. In een boek vond hij dat er in 1906 een aardbeving was in San Franciso. Wist je dat dit in het begin van de 20ste eeuw was?

Fleur en Jarne wilden meer te weten komen over sneeuwlawines. Ze vonden in het begin weinig info. Gelukkig hadden we er in de klas een non-fictieboek over.

Emma, Eva en Ymke werkten samen aan het natuurfenomeen watervallen. Ook Emma knutselde thuis een waterval.
Wist je dat de Niagara-watervallen 2 km (= 2000 m) breed zijn?

Seppe, Ziggy en Arthur maakten een tekst over een windhoos.
 
Margot koos voor de dode zee. Dit is een meer met 7 keer meer zout dan in een oceaan. Margot wist ons ook te vertellen dat dit het laagste punt is van de wereld namelijk 400 m onder de zeespiegel.
 
Ludovic koos voor wervelwind. Hij kon heel goed vertellen hoe een wervelwind ontstaat.
 
Jonas wilde meer weten over bosbranden. De oorzaken zijn vaak een brandende sigaret, de bliksem of een stuk glas waar de zon op schijnt. Dit kan allemaal vuur vatten. En als het al heel lang niet geregend heeft is het bos heel droog en verspreid het vuur zich heel snel.
 
Arne schreef een tekst over bliksem en donder. De bliksem is elektriciteit.
 
Hanne en Alissia probeerden een weet-tekst te maken over een aardbeving. Doordat ze zich slapjes voelden is het nog niet af.